La sagrada universidad? – Over de eerste bijeenkomst van De Universiteit: ‘Het Ideale Werken’ op 14 november 2011.

Door Erik Voncken

Universiteiten zijn bolwerken. Met roemruchte verledens, bevolkt door bollebozen die de speer van hun intellect met volle overgave in de buik van het monster der ignorantie dreven. Het is van de muren der gebouwen af te lezen. In de gangen lopen parmantige professoren op de schouders van reuzen te midden van ambitieuze studenten. Boven hun hoofden pulseert de toekomst.

Precies onder de plek waar ’s zomers pastelkleurige bollen worden opgelepeld uit grote bakken ijs, wordt op veertien november een bijeenkomst gehouden. Weggestopt in de werfkelder onder een Utrechtse brug komen zestien jonge mensen bijeen om te praten over wat zij hopen te vinden in hun werk.

Ik ben één van hen. Na eerst bij een tapasbar genaamd Amor de weg te hebben gevraagd – “Wij weten het ook niet” – krijg ik Tijmen aan de telefoon. Ik sta aan de verkeerde kant van de brug. Aangekomen aan de goede kant kan ik het nog niet vinden. Zo geheim is deze ontmoeting blijkbaar: het mag niet gezien worden.

Tijmen is één van de drijvende krachten achter de bijeenkomst. Hij bekijkt TED-congressen op het internet en leent mijn vriendin boeken met titels als ‘Information is beautiful’. Verder kun je goed met hem lachen als je cd’s van Rihanna afspeelt tijdens het klussen. De andere drijvende kracht, Marien, ken ik nog niet. Maar daar zal deze avond verandering in brengen. Hij draagt een idee met zich mee dat gewicht heeft.

Bij binnenkomst zie ik een stuk of zes mensen om elkaar heen draaien. Ook net binnen. Het komende kwartier doe ik hier enthousiast aan mee. Ik heb er nog geen weet van dat ik later op de avond mijn bijdrage zal afsluiten met de woorden ‘liefde, check out’.

Als het gezelschap compleet is, wordt het doel van de avond nogmaals toegelicht: we gaan praten over wat voor ons het ‘ideale werken’ inhoudt. Welke wensen hebben wij ten aanzien van een eventuele werkgever, structuur en werkomgeving? Werktijden, saliëring, hiërarchie. Het heeft allemaal zijn plaats. (Achterliggende gedachte zal zijn dat als we voor ogen hebben hoe we willen werken, het ook duidelijk moet worden welk leertraject daaraan vooraf dient te gaan, want het einddoel blijft een universiteit!)

Na de opening – voorstelrondje, verwondering over elkaars achtergrond, grapjes om het ijs te breken – worden er groepjes gevormd van vier. Volgens het beginsel van het wereldcafé bespreken we in steeds wisselende bezetting over niet alleen de wensen die we hebben, maar ook de problemen waar we bij onze huidige werkgever tegenaan lopen. Is het bijvoorbeeld mogelijk om binnen een commerciële bedrijfsvoering bij je eigen normen en waarden te blijven? Ik denk het antwoord te weten, maar dat doen ook de anderen. Het wordt me snel duidelijk dat, hoezeer onze achtergronden ook verschillen, we in grote lijnen hetzelfde denken over persoonlijke verantwoordelijkheid, onze maatschappelijke positie, organische structuur en ethiek. We zoeken naar de vrijheid om onze ideeën vorm te geven, binnen of buiten het kader van een organisatie.

Enkelen onder ons doen dit al. Mariangela richtte de CultDealer Enzo op – cultdealerenzo.nl – en biedt een platform voor ieder die zijn kennis delen wil. Zo krijgt deze avond vorm in een ruimte die door haar wordt beheerd. Ook Jesse werkt deels voor zichzelf. Hij is een voorstander van internet, tevens zijn vakgebied, en noemt het de ‘democratisering van informatie’. 2012 is het jaar waarin die democratisering verder gestalte zal krijgen. De occupy-beweging draagt eraan bij, evenals een eventuele beurskrach. Want, zo beweert hij, dan zullen mensen echt met elkaar in gesprek moeten. En luisteren. Van ‘ik’ naar ‘wij’. (Herkenbaar.  Hier heb ik het ook met mijn moeder over gehad: in de spirituele wereld wordt zeer uitgekeken naar dat jaartal. Boeken zijn volgeschreven over het jaar dat de kalender van de Maya’s schijnt op te houden.)

Die hang naar democratisering is voelbaar in de gesprekken die gevoerd worden: we hebben allen de behoefte om de traditionele patronen te doorbreken. Organisatiestructuren zijn er om de groei van ideeën te faciliteren, niet andersom. Vorm volgt functie. En elke tijd brengt andere ideeën. Dus zullen ook de oude structuren eraan moeten geloven. En willen we gezamenlijk toe naar een organische structuur: steunbalken die meebuigen waar nodig en die vervangen kunnen worden als de tijd daarom vraagt. Hiërarchie, een belangrijke component van structuur, mag alleen zijn weerslag hebben op verantwoordelijkheidsniveau en niet op de eigenwaarde van de werknemer. Erkenning van beneden naar boven en van boven naar beneden. Iedereen heeft een unieke positie en staat precies waar hij moet staan. De uniciteit van het individu en het luisterend oor van het collectief. Iedereen doet mee. Mits hij of zij daarvoor kiest natuurlijk.

Afwisseling is ook een veel besproken punt. Iedereen is het erover eens dat een al te zeer ingeperkt takenpakket zowel het individu als de organisatie meer slecht dan goed doet. Verschillende alternatieven komen voorbij: Stephanie is op zoek naar de combinatie van drie dagen onder de vleugels van een organisatie, twee dagen op zichzelf. Een andere mogelijkheid is een organisatie naar deze wens in te richten: drie dagen een vast takenpakket, twee dagen om te spelen met ideeën die wellicht uit kunnen groeien tot een unique selling point. Het woord ‘organisch’ dringt zich weer aan mij op: als de natuur iets niet is, dan is het statisch. Bomen hebben weliswaar één of meerdere vrijstaande hoofdstammen, maar van daaruit groeien de takken naar alle kanten waar ze maar zon kunnen vinden. En is het weer altijd hetzelfde? En houden diersoorten het altijd bij het oude? Eén woord: evolutie. Verandering is in de natuur aan de orde van de dag. Beweging als uitgangspunt voor harmonie. Dus waarom die beweging niet faciliteren in het ecosysteem genaamd werkvloer?

Te midden van dat alles vinden we hoe dan ook een onveranderlijke kern waar mijns inziens alles om draait: de ziel. (Een uitgangspunt dat steeds meer zijn weg begint te vinden binnen Westerse organisaties en instituties. Zo is ‘business spiritualiteit’ ook in Nyenrode geen vies woord meer. De wetenschap, bolwerk van verstand, kan er hoe dan ook nog steeds weinig mee, het blijft ongrijpbaar. En dat is misschien maar goed ook.)

Rond die ziel draaien begrippen als liefde, ethiek, normen en waarden, verantwoordelijkheid. “Maar die begrippen zijn niet statisch”, zo merkt  Mariangela tijdens de plenaire afsluiting van de avond op. Sri Sri Ravi Shankar, een spiritueel leider uit India bij wie ik graag te rade ga, verwoordt dat mijns inziens treffend: “Liefde is je eigen natuur. Je wezen kan niet veranderen. Maar de uitdrukkingsvorm van liefde verandert. Omdat liefde je natuur is, kun je niet anders dan liefhebben.” (uit: Stilte vieren, Shankara Europe 2004.) Ik denk dat dit citaat op instemming had kunnen rekenen. In je kracht staan, maatschappelijke betrokkenheid, jezelf mogen zijn, luisteren naar jezelf, frases die allemaal voorbij komen op de nog niet geëditeerde notulen van Tijmen.

De mens staat dus centraal. De mens, te midden van een wereld waarvoor hij mede de verantwoordelijkheid draagt. Die mens heeft waarden die veranderen, ideeën die veranderen. En die waarden en ideeën zijn gebaat bij zowel een leertraject als een werkomgeving die veranderlijk is of in ieder geval openstaat voor dynamiek. Daar horen – heel interessant punt – ruimtes bij waar die waarden en ideeën ‘de ruimte krijgen’. Alleen al daarom is het doodzonde dat Antoni Gaudí in 1926 onder een tram terecht is gekomen.

Het kwam al even voorbij: ook het leertraject is gebaat bij een meer dynamische methode. Als we terugkomen bij het hoofddoel, te weten een universiteit, en we gaan nadenken over hoe deze werkidealen te faciliteren, dan denk ik dat ook daar de democratisering van informatie gewenst is. Past het (ietwat sarcastische) beeld daarbij dat ik aan het begin van dit stuk van de huidige universiteiten heb geschetst? Ik denk het niet. En anders hadden we hier niet bij elkaar gezeten. We willen: niet langer een voorschrift van wat geweten moet worden en dat volgen, maar zelf zoeken naar wat we weten willen. Of, zoals de 3 J’s het verwoorden: ‘liever weten wat ik wil dan dat ik alles weet’. Dynamiek door verantwoordelijkheid, gefaciliteerd door een dynamische leeromgeving.

Het was dan ook geweldig om te zien met hoeveel energie iedereen na afloop de ruimte verliet. Nieuwe energie. Elektriciteit in de lucht. En als een bijeenkomst van zestien mensen al een dergelijk resultaat oplevert, wat gebeurt er dan als er straks een universiteit wordt opgericht?